Pijnbestrijding bij koeien met mastitis
Pijnbestrijding zorgt voor een beter herstel van koeien met mastitis.
Een volledige behandeling van bijvoorbeeld een uierontsteking, mét pijnstilling, zorgt voor een beter en sneller herstel van zowel de koe, als de melkproductie.13
Mastitis, een negatieve impact op de dierenwelzijn en de melkkwaliteit.
Mastitis is een ontsteking van één of meerdere uierkwartieren. Een klinische mastitis geeft kenmerkende symptomen zoals als; pijnlijkheid, zwelling, roodheid en een verandering van de melk (v.b. vlokken of bloed in de melk). In ernstigere gevallen kan mastitis ook algehele symptomen veroorzaken zoals koorts, daling in de eetlust, een lagere melkproductie en het downer-cow syndroom. Een subklinische mastitis vertoont geen klinische symptomen, maar wel een verhoging in het somatisch celgetal en eventueel een daling in de melkproductie. De meeste uierontstekingen worden veroorzaakt door bacteriële infecties, maar soms kan het ook een traumatische of toxische oorzaak hebben.
Hoe erger de graad van mastitis, hoe duidelijker de koe laat zien dat het pijn heeft, maar ook een milde vorm van mastitis kan al gedragsveranderingen veroorzaken.3,4 De afwijkende gedragingen blijven vaak nog aanhouden 4 tot 7 dagen na de mastitisbehandeling.2 De meest voorkomende (gedrags)veranderingen zijn:4,9,11
- Minder lang liggen en dus ook een kortere herkauwtijd. De koe ligt ook minder lang op de kant waar het aangetaste kwartier zich bevindt.
- De koeien lopen meer rond in de stal en staan langer aan het voerhek.
- Lagere voeropname voorafgaand aan de mastitis tot 7-10 dagen na behandeling. Daarnaast wordt er ook minder water gedronken.
- Veranderende gewichtsverdeling over de achterpoten; minder gewicht op de achterpoot waar ook het aangetaste kwartier is.
- Als een koe met mastitis stilstaat, is de afstand tussen de hakken wijder.
- Meer onrust tijdens het melken; de koeien staan minder stil en trappen vaker naar het melkstel.
- Een hogere gevoeligheid voor pijn (hyperalgesie) tot minstens 4 dagen na behandeling. Dit kan bij het melken meer problemen geven (onrustigere koe).
- Koeien vertonen voordat een mastitis klinisch zichtbaar is, al meer discomfort.
Het is van cruciaal belang om deze gedragsveranderingen in combinatie met de veranderingen aan het uier, zo snel mogelijk op te merken. Hierdoor kan er sneller een efficiënte behandeling opgestart worden voor een optimaal herstel. Om zo vroeg mogelijk enige vorm van discomfort bij koeien op te merken, bestaat er ook een pijnscoremodel. In dit model zijn daarnaast 7 gedragsveranderingen opgenomen om, op afstand in een kudde, toch de afwijkende dieren te zien (zie tabel). Elk gedrag krijgt een score van 0 tot 2, waarbij 0 geen pijn en 2 ernstige pijn omschrijft. 2,11 Als de totale pijnscore 5 of hoger is, dan duidt dit op pijn of ongemak en moet de koe verder onderzocht worden.
Een dier dat pijn of ongemak ervaart, heeft ook een specifieke gezichtsuitdrukking (zie figuur). Er zit spanning in de spieren boven de ogen, oren zijn naar achteren of hangen naar beneden, er zijn gespannen lijnen te zien boven de neusgaten en de neusgaten zijn opengesperd. Verder is er een verhoogde tonus van de lippen en is er spanning waar te nemen in de aangezichtsspieren, de blik van de koeien is vaak gespannen of uitdrukkingsloos.
Gebruik van pijnstilling bij mastitis
Mastitis kan een erg pijnlijke aandoening zijn, maar ook koeien met milde mastitis of zelfs met alleen (kleine) vlokjes in de melk, hebben al baat bij een behandeling met een NSAID. 1 Een therapeutische aanpak met een NSAID resulteert in een lager celgetal, minder melkverlies, een beter resultaat na behandeling, herstelt de herkauwactiviteit en verhoogt de droge stof opname. 6 Daarnaast zorgt het voor een lager risico op een vroegtijdige afvoer in vergelijking met dieren die niet behandeld zijn met een NSAID en verbetert de fertiliteit sterk na behandeling van mastitis met een NSAID. 8,9, 13 NSAID’s verlagen ook de gevoeligheid voor pijn, waardoor de dieren beter stil blijven staan tijdens het melken en daardoor het uier beter wordt leeggemolken. Dit bevordert de snelheid van het herstel van een uierontsteking.
Niet alle gevallen van klinische mastitis vereisen een behandeling met antibiotica.10 10-40% bacterieculturen vertoont geen groei, maar ondersteunende therapie als een NSAID of antihistaminicum kan hierbij alsnog flinke voordelen hebben.10 Zelfs een enkele dosering van een ontstekingsremmer vergroot al de kans op herstel.8 De meest gebruikte ontstekingsremmers bij mastitis bevatten één van de volgende werkzame stoffen: Flunixine- Meglumine, Meloxicam, Ketoprofen of Carprofen. Ketoprofen en Carprofen hebben geen wachttijd voor de melk en kunnen goed ingezet worden bij bijvoorbeeld milde mastitis of bij het zien van (enkele) vlokjes.1, 8
Naast behandelen met NSAIDS kan een (aanvullende) behandeling met antihistaminica ook voordelen hebben. Antihistaminica zorgen voor een blokkade van de H2-receptoren zodat de vrijgekomen histamines bij een ontstekingsreactie niet op de receptoren binden en de verdere ontstekingsreactie wordt verminderd / voorkomen.5 Antihistaminica hebben een brede inzetbaarheid, ze kunnen individueel of in combinatie met een NSAID of corticosteroïd ingezet worden.
Referenties
- Gleerup, K. B., P. H. Andersen, L. Munksgaard, and B. Forkman. 2015. Pain evaluation in dairy cattle. Appl. Anim. Behav. Sci. (171) p. 25-32.
- Gleerup K. B. 2017. Identifying Pain behaviors in Cattle. WCDS Advances in Dairy Technology. (29) p. 231-239.
- Felix J. S. van Soes et al., 2018: “Addition of meloxicam to the treatment of bovine clinical mastitis results in a net economic benefit to the dairy farmer.” J. Dairy Sci. 101(4), pp. 3387–3397; doi: 10.3168/jds.2017-12869
- Fitzpatrick C.E., Chapinal N., Petersson-Wolfe C. S., De Vries T. J., Kelton D. F., Duffield T. F., Leslie K.E. 2013. The effect on pain sensitivity, rumination time, and clinical signs in dairy cows with endotoxine-induced clinical mastitis.
- Ignacio M.L., Lopez S. H. 1998. Clinical pharmacology of antihistaminic agents in veterinary medicine. Veterinaria Mexico. (4) p. 369 – 383.
- Mainau E., Lionch P., Temple D., Goby L., Manteca X. 2022. Alteration in Activity Patterns of Cows as a result of Pain due to health conditions. Animals. (12) 1 – 27.
- McDougall et al., 2016: “Addition of meloxicam to the treatment of clinical mastitis improves subsequent reproductive performance.” J. Dairy Sci. 2016: 99; pp: 2026-2042; doi: 10.3168/jds.2015-9615/
- McDougall et al, 2009: “Effect of treatment with the non-steroidal anti-inflammatory meloxicam on milk production, somatic cell count, probability of re-treatment, and culling of dairy cows with mild clinical mastitis. J. Dairy Sci. 92:4421–4431.
- Medrano-Galarza C., Gibbons J., Wagner S., de Passilé A. M., Rushen J. 2021. Behavioral changes in dairy cows with mastitis. J. Dairy. Sci (95) p. 6994 – 7002.
- Li X., Xu C., Liang B., Kastelic J. P., Han B., Tong X., Gao J. 2023. alternatives to antibiotics for treatment of mastitis in dairy cows. Front. Vet. Sci. (10) p.1 – 13.
- Siivonen J., Taponen S., Hovinen M., Pastel M., Lensink B. J., Pyörälä S., Hänninen L. 2011. Impact of acute clinical mastitis on cow behaviour. Applied Animal behaviour science (132) p. 101-106.
- Smulski S., Gehrke M., Libera K., Cieslak A., Huang H., Patra A. K., Szumacher-Strabel M. 2020. Effects of various mastitis treatments on the reproductive performance of cows. BMC Veterinary research (16) p. 1-10.
- Suojala L., Kaartinen L., Pyörälä s. 2019. Treatment for bovine Escherichia coli mastitis – an evidence based approach. Journal of Veterinary Pharmacology and Therapeutics, (12057) p. 1-11.