Bufferstrook vermindert afspoeling meststoffen naar oppervlaktewater
De directe belasting van sloten door afspoeling neemt met 50 procent af bij een onbemeste strook van minder dan 3 meter ten opzichte van geen bufferstrook. Is een strook breder dan 3 meter, dan neemt de belasting van oppervlaktewater met ongeveer 75 procent af.
Bufferstroken gaan ten koste van de bruikbare landbouwgrond. Deze stroken langs watergangen verminderen de mestgebruiksruimte en brengen extra kosten met zich mee. Het voorkomen dat oppervlaktewater via een stroombaan naar de sloot stroomt of het blokkeren en opvangen van deze waterstroom van een perceel kost relatief weinig en kan zeer effectief zijn. Het trekken van sleuven naar de sloot om een plas water af te voeren is volgens onderzoek ongewenst, omdat daarmee meststoffen makkelijk in het oppervlaktewater terechtkomen.
Afspoelrisico’s
Van alle Nederlandse landbouwpercelen zijn door middel van de BedrijfWaterWijzer afspoelkaarten gemaakt. Daarop zijn de afspoelrisico’s te zien, variërend van een hoog risico tot een verwaarloosbaar risico. Soms betreft dat een enkele plek, maar soms ook meerdere plekken langs een sloot. In geval van meerdere plekken kan een bufferstrook langs de sloot een oplossing zijn. Bij een enkele plek kan een kleine bufferstrook, een greppel of dam voldoen.
Vooral plekken waar veel koeien of jongvee bij elkaar komen, zoals bij een drinkbak, een hek voor een dam of schaduwplekken, vormen een bron voor het afspoelen van stikstof en fosfaat naar de sloot. Een van de melkveehouders heeft daarom ook de drinkbak verder van de sloot geplaatst. Ook kopakkers vormen een hoger risico op afspoeling, omdat de bodem daar vaak verdicht is en de gewasopbrengst lager. Sommige veehouders kiezen er om deze reden voor om kopakkers minder te bemesten en de mest aan te wenden op productievere plekken.
Afspoeling kan ook via de ondiepe ondergrond plaatsvinden. Een onbemeste bufferstrook kan dan effectief zijn om de belasting van het oppervlaktewater te beperken.
Botanisch beheer
Een manier om het afspoelrisico van percelen in kaart te brengen is de BedrijfWaterWijzer. Een melkveehouder* die deelneemt aan Koeien & Kansen geeft aan dat hij geen gebruik maakt van dit instrument. „Ik kan daar strategisch niets mee.” Zes keer per jaar wordt op zijn bedrijf de kwaliteit van het oppervlaktewater gemeten en een keer per jaar ook het grondwater. „Deze is altijd op orde. Ondanks dat ik als deelnemer aan het BES-project (bedrijfseigen stikstofnorm, red.) meer stikstof uit dierlijke mest boven de derogatie-norm mocht uitrijden.”
De melkveehouder heeft zijn slootkanten in botanisch beheer. Met deze stroken die twee meter breed zijn, mag hij als gevolg van het lozingenbesluit toch al niet bemesten. „Op deze plekken groeit het gras toch al niet optimaal.”
*De naam is bij de redactie bekend
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Koeien&Kansen