13.000 kilogram melk per koe: "het is geen hogere wiskunde" volgens melkveehouder Roel Dogger
Dankzij melkrobots gemiddeld 3.5 melkingen per koe per dag
Voor Roel en Jacomien is het helder dat zonder melkrobots deze mijlpalen niet behaald hadden kunnen worden. “Met gemiddeld 3.5 melkingen per koe per dag worden de koeien veel vaker gemolken. Hoogproductieve koeien worden zelfs 5 tot 6 keer per dag gemolken. Dan is het logisch dat de productie toeneemt. In een melkstal redt je dat niet”, legt Roel uit.
De installatie van de melkrobots viel samen met de ingebruikname van een nieuwe stal. Het was het slotstuk van een verbouwing die het oorspronkelijke erf van de familie Dogger volledig over de kop gooiden. Oude gebouwen en varkensstallen maakten eerder al plaats voor nieuwbouw en ook de oude melkveestal moest wijken voor een nieuwe melkveestal met plaats voor 280 koeien. Opvallend in de historie van het bedrijf is dat slechts 9 jaar eerder – in 2005 - nog een nieuwe carrousselmelkstal in de oude stal was geïnstalleerd. Toen heeft de familie Dogger automatisch melken wel overwogen, maar was er nog weinig praktijkervaring. De ervaring die er was, was heel wisselvallig met veel merken die hun eerste generatie melkrobots wilden verkopen. Toen een aantal jaren later het vraagstuk automatisch melken weer op tafel kwam, waren Roel en Jacomien er snel uit. “Lely had inmiddels de reputatie van een zeer betrouwbare leverancier van melkrobots te zijn geworden. Daarom kozen we voor vier Astronaut A4 melkrobots.”
De veestapel produceert gemiddeld 41 kilogram melk
Waar de familie Dogger in de oude melkveestal circa 9.000 kilogram melk per koe produceerde, nam de productie in de nieuwe stal snel toe. Volgens Roel is dat geen hogere wiskunde; hij somt op: “Betere huisvesting, beter klimaat, vaker melken. Dan telt het rap op.” Niet onbelangrijk noemt hij de samenstelling van het rantsoen. “Je moet wel durven voeren. Toen bierbostel duur was, zijn we het toch blijven voeren. Dat geldt ook voor krachtvoer. De krachtvoerkosten zijn misschien wat hoger, maar dat is niet erg als er liters tegenover staan. Met veel melkdrang gaan ze ook weer sneller naar de robot. Ook ben ik ervan overtuigd dat er een relatie ligt tussen robotmelken en een persistente veestapel.” Roel vervolgt: “Genetisch kan elke koe veel melk geven. Het is haar leefomgeving die ervoor zorgt dat de potentie eruit komt. We proberen elke dag die leefomgeving zo aangenaam mogelijk te maken, dan volgen de liters vanzelf.”
Een voorbeeld van een aangename leefomgeving zijn de stabiele groepen waarmee Dogger werkt. De ruim opgezette melkveestal is gespiegeld, met aan beide kanten ruimte voor droge koeien en een afkalfruimte. Eenmaal lacterend worden de koeien niet meer verplaatst naar de andere kant. “Daardoor is er een duidelijke rangorde en zijn er ook geen rantsoenwisselingen, die je bij een hoogproductieve en een laagproductieve groep wel hebt. Elke voerovergang kost melk die je niet zomaar weer terug hebt; als deze al terugkomt.”
Hoge melkproductie met melkrobots
De 85 melkkoeien aan beide zijden hebben ook voldoende ligplekken, omdat de stal gebouwd is op 250 lacterende koeien. Daarom staan er ook vier A4 melkrobots. Er is dus nog ruimte voor groei, maar dat is niet de insteek van Dogger. “We hebben de stal gebouwd met de intentie om 2,5 miljoen kilogram melk te produceren, gebaseerd op een productie van 10.000 kilogram melk per koe. Inmiddels produceren we 13.000 kilogram melk per koe. We halen 2,5 miljoen kilogram melk met 200 koeien. We hebben gemerkt dat wanneer we de stal voller zetten, de gemiddelde productie daalt, terwijl we met deze productie met het oog op fosfaatrechten en mestplaatsing het meest gunstige draaien. Ook qua arbeid is de overcapaciteit wel handig, aldus de melkveehouders. “We hebben nu 16% vrije tijd bij gemiddeld 3,5 melkingen per koe. Bij onderhoud of een storing vormen zich geen wachtrijen achter de melkrobots. Dat bevordert de rust in de stal”, vertelt Jacomien.
Continue gezondheidsmonitoring dankzij Horizon
De productie is volgens Roel het resultaat van consequent zijn in je aanpak en weinig veranderen. Daarom kozen de melkveehouders ook voor de eerder genoemde stabiele groepen en voeren ze transitiebrok om de voerovergang van droogstand naar lactatie soepel te laten verlopen. Maar ook na het afkalven houden ze een digitale vinger aan de pols. In de responders van de koeien zit ook vreetmonitoring en herkauwactiviteit ingebouwd. Een waardevol hulpmiddel, hebben de melkveehouders ervaren. ”Wanneer een koe zich niet lekker voelt, stopt deze met eten. Juist in de periode na afkalven is dat risico wat groter en houden we het eetgedrag in de gaten”, vertelt Roel, die enthousiast is over het managementplatform Horizon. Vooral over de app is hij te spreken. “Eigenlijk regel ik alles via de app. De PC-versie gebruik ik eigenlijk minder.
Automatisch voer aanschuiven bevordert de loop op de melkrobot
In plaats van groei zoekt Roel naar de mogelijkheden om de melkproductie nog wat op te voeren. Zo hebben de veehouders bij de droge koeien een Cosmix krachtvoerstation geplaatst. Roel zag namelijk dat vooral de vaarzen het concept van een melkbox nog wat eng vonden na afkalven. “Dankzij de Cosmix weten ze wat het is om in een box te staan en om krachtvoer te krijgen.”
Het resultaat van 40 kilogram melk per dag werd bereikt mede dankzij de Juno voeraanschuifrobot die in 2020 werd geplaatst. Vooral Jacomien was daar een grote voorstander van. “Wanneer we in de ochtend in de stal kwamen lag er voorheen veel voer buiten het bereik van de koeien, ondanks dat we ’s avonds altijd nog even het voer aanschoven. Ik zag daar nog ruimte voor verbetering.” Hoewel de productie al enkele jaren tegen de 40 kilogram melk aanzat, lukte het de melkveehouders niet om dit definitief te behalen. Jacomien: “Dankzij de Juno lukte dat wel en inmiddels produceert de veestapel gemiddeld 41 kilogram melk.” Koeien zijn actiever en komen vaker naar het voerhek om te vreten, dag en nacht. De koeien gaan 's nachts ook vaker naar de melkrobot.
“Voeren machtig mooi werk”
Terwijl de twee Discovery mestrobots hun rondjes draaien (“ook al zo’n prachtig hulpmiddel”) leggen Roel en Jacomien op de voergang uit waarom dat ze voorlopig nog niet overstappen naar automatisch voeren. Jacomien: “De voertrein is nog jong en we kunnen snel voeren. De kuilen zitten allemaal vlakbij elkaar.” Maar bovenal is de liefhebberij van het voeren voor Roel de belangrijkste reden om vooralsnog niet te automatiseren. “Ik geloof absoluut in het concept van de Vector, alleen vind ik het voeren zo allemachtig mooi!”, sluit hij zijn verhaal af.
Bedrijfsgegevens
Roel (43) en Jacomien (40) Dogger houden samen met hun kinderen Mirthe, Wesley, en Britt 200 koeien en 120 stuks jongvee in Beerzerveld. De gemiddelde productie is 13.000 kilogram melk met 4.10% vet en 3.50% eiwit. Bij het bedrijf hoort circa 100 hectare land. De helft van het areaal wordt gebruikt voor de teelt van mais. De andere helft is gras. De familie Dogger melkt met vier Astronaut A4’s, heeft een Cosmix krachtvoerstations, Juno voeraanschuifrobot en een twee Discovery's.