‘Houd voor tweede snede korte interval aan om schieters te voorkomen’
Gras vormt in mei tot begin juni eenmaal zaad voor reproductie. Dit is een natuurlijk en genetisch bepaald proces van de grasplant. Bij meerdere grassoorten, met uitzondering van rietzwenk, kan ook stress bij de plant ervoor zorgen dat het zaad gaat vormen. Door de milde winter en daarmee het vroege voorjaar schiet het gras dit jaar eerder door dan gemiddeld.
Het moment waarop gras doorschiet hangt af van meerdere factoren, legt Tom Niehof van Barenbrug uit. „Rietzwenkgras bloeit als eerste, al halverwege mei. Engels raaigras bloeit gemiddeld van 20 mei tot ongeveer 10 juni. Timothee vormt vooral begin juni bloeisel.
Daarnaast zorgt ook stress voor de plant vaker voor bloei. Dit kan het gevolg zijn van een verkeerde maaihoogte, droogte en hitte, een mineralentekort zoals gebrek aan kali of het gebruik van botte messen tijdens het maaien van de eerste snede.”
15 procent minder voederwaarde
Bloei zorgt ervoor dat de plant meer houtstof bevat. De verteerbaarheid neemt hierdoor hard af. Niehof: „Gemiddeld neemt de voederwaarde door het schieten met 15 procent af. Gras dat potentieel 1000 VEM bevat, heeft dan nog maar 850 VEM. Gras dat bloeit is bovendien minder smakelijk tijdens beweiding. Ook verloopt de conservering in de kuil moeizamer vanwege het hogere aandeel moeilijk verteerbare houtstof in het gras. Dit vergroot de kans op broei in de kuil.”
Melkveehouders kunnen zaadvorming van het gras op dit moment niet actief beïnvloeden, maar hebben de mogelijkheid om de gevolgen wel te beperken. „Probeer de tweede en/of derde snede te maaien of te weiden voordat het zaad is gevormd. Als de stengel met zaad in de plant zit, is het nog verteerbaar”, legt Niehof uit.
„Kijk hiervoor goed naar het gras. De bloeistengel zit ongeveer tien dagen in de plant. Wanneer het zaad nog onder de maaihoogte van ongeveer 8 centimeter ligt, is het te vroeg om te maaien of te weiden. Dat duurt ongeveer drie dagen. In de week daarna kun je het gras het beste maaien of weiden.”
Na drie weken maaien
Niehof adviseert om voor de tweede snede niet te sturen op opbrengst, maar op kwaliteit. „Het is voor de kwaliteit van het gras beter om al na drie weken na de eerste snede te maaien, dan om te wachten op meer opbrengst. Het interval tussen de eerste en tweede snede is dus korter dan de tijd tussen de overige sneden. Met bemesting moet je hiermee rekening houden.”
Het is verstandig om vervolgens minimaal te bemesten. „De groeiomstandigheden zijn door de grote hoeveelheid beschikbare vocht goed en door de warmte van het voorjaar groeit het gras hard dit voorjaar. Momenteel kun je het beste bemesten op een opbrengst van 2,5 ton droge stof. Doe dit met alleen drijfmest of kunstmest. Wanneer je nog drijfmest uitrijdt, moet dit er schoon op, dat wil zeggen dat de mest het gras niet besmeurt. Anders gaat dat ten koste van de smaak, of beïnvloedt het de conservering.”
Nadat de eerste snede in de kuil zit, kan gras eventueel nog doorgezaaid worden voor het geval er kale plekken in de graslandpercelen zitten. „Dit kan nu ook met een klavermengsel.”