Het geld zit in de grond voor GreenDutch: blijvend grasland als verdienmodel
Dit artikel is verschenen op alfa.nl
Aan het eind van het interview zegt Toon Branbergen, business developer bij GreenDutch, het nog eens met nadruk. “Wij zijn géén handelaren die CO2-certificaten op de wereldmarkt inkopen en weer verkopen aan grote bedrijven. Wij ontwikkelen waardevolle projecten, samen met partners die geloven in wat wij doen. De resultante is dat we CO2 duurzaam uit de lucht halen. Bij ons is het CO2-certificaat het eindproduct.” Want de opzet van GreenDutch mag dan commercieel zijn, het bedrijf heeft wel degelijk een ideële grondslag wil hij er maar mee zeggen.
Per hectare kan grasland per jaar 1,5 tot 2 ton CO2 opslaan. Er is één voorwaarde: het land mag tien jaar lang niet worden gescheurd of beschadigd, om te voorkomen dat de CO2 in de bodem alsnog verloren gaat. Doorzaaien mag wel. Blijvend graslandprojecten zijn geschikt voor klei-, zand- en lössgronden, niet voor veengronden. Eén koolstofcertificaat staat voor de reductie van één ton CO2. Certificaten die geld waard zijn. GreenDutch begon in 2021 met ‘nature based’ CO2-reductie, en is inmiddels de grootste in ons land.
Nature based CO2-reductie
“Je had in die tijd nauwelijks Nederlandse projecten”, zegt Toon. “Wel had je grote bosaanplantprojecten in Brazilië, Afrika en China. Maar wij hebben hier ook onze eigen opgave voor de energietransitie. Waarom projecten in Verweggistan opzetten, als het in eigen land kan? Kunnen we niet een model bedenken waar iedereen baat bij heeft? Want als het financiële plaatje niet uit kan, dan worden het uiteindelijk gesubsidieerde projecten en dat willen we voorkomen.”
Resultaat van alle projecten telt
De certificaten worden uitgegeven via de Stichting Nationale Koolstofmarkt. Bij de start van blijvend grasland laat GreenDutch een nulmeting doen, om het gehalte aan organische stof in de grond vast te stellen. Dezelfde meting tien jaar later geeft duidelijkheid over de totale opbouw aan CO2. Het resultaat van alle aangemelde projecten telt. De gemiddelde toename van het koolstofgehalte in de grond geldt als maatstaf voor iedereen.
De helft al verkopen
Ondernemers die meedoen, hoeven geen tien jaar te wachten totdat zij hun certificaten van blijvend grasland kunnen verzilveren. Gedurende de looptijd mag de helft al worden verkocht, wat per jaar neerkomt op vijf procent per jaar van het totaal. De SNK keert de andere helft pas uit als na die termijn daadwerkelijk het totaal gestelde doel aan CO2-opslag is behaald. Afnemers van de certificaten zijn bedrijven die hun eigen footprint willen verminderen. De prijs varieert op de markt. Op het hoogtepunt werd al honderd euro per certificaat aangetikt.
Veertig procent blijvend grasland
“Je kunt wel zeggen dat de opbrengst per ton CO2 relatief laag is, maar we hebben zóveel grasland in Nederland. Plusminus veertig procent van het landbouwareaal is blijvend grasland. Daarom hebben we vorig jaar een contract gesloten met LTO Nederland. Wij willen impact maken, en dat doe je met grotere projecten en door nauw samen te werken. Anders hebben boeren en wij geen verdiencapaciteit en ontstaat er ook geen markt. We zijn met elkaar verantwoordelijk om dit te laten groeien: overheid, lagere overheden en commerciële partijen. Er wordt veel over gepraat en geschreven, maar er wordt tot nu toe nog te weinig gedaan. En we kunnen in Nederland best veel doen.”
Biobased bouwmateriaal
Blijvend grasland is niet de enige pijler van GreenDutch, onderdeel van VOB Holland en klant bij Alfa in Barneveld. Ook kijkt het bedrijf naar de teelt van gewassen die als biobased bouwmateriaal kunnen fungeren. Hennep bijvoorbeeld, dat tijdens de teelt veel CO2 uit de lucht haalt en opslaat in de vezel. Toon: “Hennep heeft een vezel die goed geschikt is als isolatiemateriaal. Het heeft zelfs een betere isolatiewaarde dan glaswol. De teelt, de verwerking van de vezel en de productie van isolatiemateriaal liggen allemaal bij partner Hempflax uit Oude Pekela, marktleider op dit vlak. De overheid heeft tweehonderd miljoen euro uitgetrokken om onder het label Building Balance het gebruik van biobased bouwmaterialen te stimuleren. Het is niet voor niets dat de bouw glaswol gebruikt, want die productiekosten zijn nu nog lager. Maar er is nu budget beschikbaar om de totale keten te ondersteunen bij deze transitie. Dat zal de bouwsector helpen om biobased materialen serieus te gaan opnemen in hun bouwprogramma’s. Zij en haar eindklanten willen en moeten immers ook verduurzamen.”
Via mammoetgras Europa in
Het gehele traject ‘van land tot pand’ wordt door GreenDutch gecertificeerd. “Je kunt aanwijsbaar laten zien dat het gewas duurzaam is verbouwd en verwerkt, je kunt zelfs aantonen in welk huis of welk gebouw het zit. De CO2 die in die vezel zit komt de eerste vijftig tot honderd jaar niet meer vrij.” Ook mammoetgras is zo’n teelt die van nature heel goede eigenschappen heeft om CO2 op te slaan in de teeltfase. Door de samenwerking met Dutch Plant Force, dat mammoetgras introduceerde in Europa komt nu ook het buitenland in beeld voor GreenDutch. “Ja, het gaat sneller dan verwacht”, zegt Toon. “We wilden het eerst in Nederland goed op poten zetten. Maar als dit werkt in Nederland, werkt het in ieder Europees land. De wetgeving is overal hetzelfde. Het is een mooie innovatie . Ik ben benieuwd waar we over een paar jaar staan.”
Alfa en duurzaamheid
“Blijvend grasland en mogelijke alternatieve teelten dragen zeker op een goede manier bij aan de CO2-uitdaging. En daar hoort natuurlijk ook een goede beloning bij, wat goed is voor het verdienmodel van de agrarische ondernemer”, zegt Hans de Bie, marktmanager Food & Agri van Alfa. Als gecertificeerde B Corp-organisatie onderstreept Alfa het belang van duurzaamheid. Hans: “We hebben een gezamenlijke opgave wat betreft het reduceren van de uitstoot en de agrosector heeft de grond en de gewassen om het vast te leggen. In de KringloopWijzer voor de melkveehouderij wordt de uitstoot in beeld gebracht. Vorig jaar is een module toegevoegd met de vastlegging van CO2. Dit is echter nog niet exact op bedrijfsniveau, maar op basis van regionale cijfers. Daarom wordt de vastlegging op bedrijfsniveau in de totale beoordeling nog niet meegenomen wat wel de insteek zou moeten zijn om de netto uitstoot van grondgebonden bedrijven goed te beoordelen en te belonen.”
Alfa Duurzaamheidsadvies
De belangrijkste opgave blijft natuurlijk dat we met elkaar de CO2-uitstoot reduceren, waarbij onze adviseurs kunnen helpen. Wil je hier een gesprek over, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde kantoor van Alfa of kijk op Duurzaamheidsadvies of Agrarisch bedrijfsadvies.
Tekst: Hans de Bie