BBB-lijsttrekker heeft ruime Brusselse ervaring
Sander Smit (BBB) weet hoe de hazen lopen in Brussel
Zijn ervaring in Brussel is belangrijk, zegt Smit. „Je moet weten wat de opvattingen zijn van de oudgedienden in het Europees Parlement, die van de verschillende fracties, en je moet de complexe nationale belangen per dossier kennen.”
Als je dat niet weet, vertelt hij, loop je jarenlang alleen maar indrukken op te doen en ben je niet slagvaardig. „Ik ben niet als lijsttrekker van de BBB aangetreden om daar vijf jaar rond te lopen. Daarvoor staat er te veel op het spel. Ik wil echt zaken veranderen.”
Welke zaken wilt u aanpakken?
„Ik denk dat er een centrumrechtse koerscorrectie nodig is tegen de doorgeschoten Green Deal en het mislukte migratiebeleid. Na de verkiezingen verschuiven de verhoudingen in het Europees Parlement naar rechts. Dat moeten we optimaal benutten voor onze doelstellingen.”
Wat zijn die doelstellingen? En dan vooral op landbouwgebied?
„Het belangrijkste is dat er gekeken wordt naar de politieke dimensie van voedselzekerheid. Geopolitiek denken, ook als het gaat om voedselzekerheid, is niet het sterkste punt van de Europese Unie. Afgelopen decennia hebben we onze defensie verkwanseld. Nu dreigt hetzelfde met onze voedselproductie en industrie te gebeuren.
Rob de Wijk, directeur van het The Hague Center for Strategic Studies, zei onlangs in een interview in Elsevier: ‘Minder voedsel maken is gevaarlijk.’ Ik ben het daarmee eens, maar niet alle partijen zien dat probleem. Veel gaan mee in het narratief dat we een ‘transitie’ moeten doorvoeren. Wij stellen daar een ander narratief tegenover: wij willen dat er voedselproductiegebieden, Food 2050-gebieden, worden aangewezen. Net zoals we nu de Natura 2000-gebieden hebben. Die gebieden moeten worden beschermd en worden vrijgesteld van alle belemmeringen en belastingen die er op dit moment zijn. De Europese Commissie heeft een paar regeltjes van de Green Deal teruggedraaid, maar er moet veel meer gedereguleerd worden. Zeker in die gebieden.”
En andere punten?
„Ook moet er werk worden gemaakt van het verdienmodel van de boer. Daar wordt veel over gepraat, maar het wordt niet concreet gemaakt. Nu zorgen vrijhandelsovereenkomsten voor een ongelijk speelveld ten aanzien van dierenwelzijn tussen landen binnen en buiten de EU. Oekraïne exporteert eieren uit legbatterijen en kipfilet naar Europa, en produceert die tegen veel lagere standaarden dan onze boeren kunnen. Zij worden uit de markt gedrukt, en dat is voor ons onacceptabel. Wat betreft land- en tuinbouw, loopt Europa ook achter met innovatiekracht. Dat is mijn grote zorg: dat de maakindustrie en bedrijven ons gaan verlaten. Nu al kijken veel bedrijven in de zaad- en pootgoedsector naar het buitenland. Er zijn wel positieve ontwikkelingen op het gebied van CRISPR-Cas en nieuwe genomische technieken, maar in het begin heeft de Europese Commissie hierover het verkeerde signaal afgegeven.
Ook bij andere onderwerpen, zoals bij gewasbescherming, is er nog steeds geen snelle procedure voor de beoordeling van groene laag-risicomiddelen. Gelukkig is de pesticidenwetgeving weggestemd, want die zat niet goed in elkaar. Maar het deel over laag-risicomiddelen wel. Dit zijn echt zaken die Europa op achterstand zetten.”
Ik denk dat er echt een centrumrechtse koerscorrectie nodig is
Een ander punt: derogatie. U zei onlangs in het radioprogramma ‘Sven op 1’ dat Nederland een dubbele agenda heeft. Dat de regering niet alle feiten naar Brussel heeft gestuurd omdat ze, en met name één partij, krimp van de veestapel wil forceren.
„Ja. Toen ik dat zei, wist ik nog niet dat ambtenaren van Eurocommissaris Sinkevicius dat diezelfde dag nog eens zouden bevestigen tegenover Agractie. Minister Staghouwer heeft gewoon gezegd dat het behoud van derogatie niet nodig was, omdat Nederland toch ging extensiveren. Dit moet tot op de bodem worden uitgezocht.”
Dat is toch iets anders? U stelt dat de overheid de derogatie heeft gesaboteerd om een krimp van de veestapel te forceren. Staghouwer stelde blijkbaar dat derogatie niet meer nodig is wanneer de veestapel is gekrompen.
„Het feit blijft dat Nederland vier jaar lang niet volop heeft gestreden om de derogatie te behouden. Dat past in het staande beleid van het demissionaire kabinet om de veestapel te verkleinen. Hier moet de onderste steen boven komen.”
De onderste steen boven, tot op de bodem uitzoeken: wil de BBB een parlementaire enquête over de derogatie?
„Het moet in ieder geval worden uitgezocht, en er moeten nieuwe gesprekken met de Europese Commissie worden gestart.”
U stelde dat achter het verlies van de derogatie een verborgen agenda zit, met name van één partij. Vanaf het moment dat Nederland derogatie had, is daar gedoe om geweest. Elke vier jaar, en later elke twee jaar, werden de voorwaarden aangescherpt. Allang voordat er een kabinet met D66 was.
„Misschien is die agenda er altijd al geweest, maar waar het mij om ging, is dat de regering niet de positieve wetenschappelijke studies van De Boer en van het CDM op tafel heeft gelegd bij de aanvraag van de derogatiebeschikking. Die bewijzen dat derogatie goed is voor de waterkwaliteit, Dat achterhouden past allemaal in die Haagse agenda.”
Als die studies wél op tafel waren gekomen, hadden we nu nog derogatie gehad?
„Dan hadden we een betere derogatiebeschikking gehad, een die beter past bij de Nederlandse veehouderij. Dan was er ook eerder en méér gestreden voor deeloplossingen, zoals de erkenning van Renure. Dat gebeurde allemaal pas door angst voor toenemende boerenprotesten en na de verkiezingsoverwinningen van de BBB. De ambtenaren van Sinkevicius hebben dat ook bevestigd tegenover Agractie. Als de Nederlandse regering anders had ingezet, was er veel meer onderhandelingsruimte geweest.”
Dus als we straks een nieuw kabinet hebben, met een BBB-minister van landbouw, krijgen we de derogatie terug?
„Het probleem is dat demissionair minister Adema te vaak niet in Brussel is geweest. Je moet daar in langetermijnrelaties investeren. In Brussel is alles mogelijk voor een lidstaat, als je het maar hard genoeg afdwingt en het belangrijk genoeg vindt. Als we maar hard genoeg hadden tegengedrukt, hadden we de derogatie behouden.”
Ik hoor u zeggen dat in Brussel alles mogelijk is, als je maar hard genoeg je best doet. Dus nogmaals, met een BBB-minister krijgen we de derogatie weer terug. Kunt u dat toezeggen?
„Beloftes doen over een resultaat kan ik niet. Ik kan wel beloven dat wij ons tot het uiterste zullen inspannen. Dat beloof ik namens de hele partij.”
Sander Smit
Sander Smit (1985) studeerde bestuurskunde aan de Universiteit Twente. Hij werkt als adviseur en relatiemanager in het bedrijfsleven, was eerder gemeenteraadslid, en tot 2022 ruim acht jaar beleidsmedewerker van CDA-Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik. Hij was de drijvende kracht achter het rapport ‘Land in de Knel’, waarmee Schreijer-Pierik al in 2015 waarschuwde dat de Nederlandse tenuitvoerlegging van Natura 2000 en de Vogel- en Habitatrichtlijnen het land op slot zette.
Smit is co-redacteur van de onderzoekspublicatie ‘Stikstof: van technocratische tunnelvisie naar realistisch rentmeesterschap’ van De Nieuwe Denktank (2022), dat kritische noten plaatst bij het huidige stikstofbeleid.