'Belang melkziekte herdefiniëren als gateway disease'
Melkziekte ontstaat bij uitstek in de transitieperiode, de overgang van droogstand naar lactatie. Dan moet de productie van biest en melk op gang komen en daarvoor heeft de koe extra calcium nodig. Die omschakeling kost enige dagen en als de koe er niet goed op voorbereid wordt, schiet de opname vanuit de darm te kort. Dan verdwijnt er te veel calcium via de melk en is er te weinig in het bloed, met melkziekte als gevolg.
Die te lage calciumspiegel is de reden waarom melkziekte steeds meer als 'gateway disease' wordt gezien, legt de dierenarts uit. Calcium is belangrijk voor de werking van de spieren, niet alleen van het bewegingsapparaat maar ook van de spieren van de inwendige organen.
Dat een koe met melkziekte moeilijk in de benen kan komen, is de meeste melkveehouders wel bekend. Maar ook de spieren van de pens werken minder. Dit zorgt voor minder pensbewegingen en daarmee minder voeropname. Daling van voeropname is weer de belangrijkste factor in het ontstaan van slepende melkziekte.
Baarmoeder
De spier van de baarmoeder werkt eveneens minder goed waardoor het afkalfproces trager kan verlopen met doodgeboorte als gevolg. Na de afkalving trekt de baarmoeder minder goed samen waardoor de nageboorte er moeilijker afkomt en de baarmoeder niet mooi opschoont. Dit vergroot het risico op baarmoederontsteking, geeft de dierenarts aan.
Verder is de lebmaag is slapper waardoor deze vol kan lopen met inhoud en gas en langs de al legere pens naar boven kan komen (lebmaagverdraaiing). Daarnaast heeft een (tekort aan) calcium ook nog nog rechtstreeks effect op de ontstekingscellen van het afweerapparaat van de koe. Een coli-infectie verloopt dan bijvoorbeeld heftiger.
Melkziekte kan dus vele gevolgen hebben; daarom is het goed het belang van de ziekte te herdefiniëren, aldus Pijs.